Een tekst is pas goed als je doelgroep ‘m begrijpt. Misschien hebben jullie daar al richtlijnen voor? Perfect! Is dat niet zo, dan stem ik het taalniveau eerst met je af.
Wat zijn taalniveaus?
Taalniveaus (A1 tot en met C2) komen uit het Common European Framework for Languages (CERK) en geven aan hoe eenvoudig of complex een tekst is. Hoe hoger het niveau, hoe ingewikkelder de tekst.
Waarom dit belangrijk is? Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. Gelukkig is er veel aandacht voor duidelijke taal. Denk aan het initiatief Direct Duidelijk|Gebruiker Centraal van de Rijksoverheid. Ook Stichting Lezen en Schrijven zet zich in voor eenvoudige taal.
Het CERK hanteert het 3 taalniveaus (A, B en C), onderverdeeld in 2 subniveaus. Hoe hoger het niveau, hoe ingewikkelder de teksten zijn qua begrijpen, spreken en schrijven:
Taalniveau A1:
- Je begrijpt eenvoudige woorden, korte vragen en makkelijke zinnen in standaard
- Je kunt jezelf voorstellen, vertellen waar je woont en simpele vragen over jezelf beantwoorden.
- Je herkent vertrouwde woorden en kunt korte, makkelijke zinnen lezen.
Taalniveau A2:
- Je begrijpt korte, eenvoudige zinnen en basisinformatie in gesprekken, instructies of vertrouwde situaties.
- Je voert korte gesprekken, stelt simpele vragen en vertelt iets over jezelf, werk en omgeving.
- Je leest brieven, folders, menukaarten en dienstregelingen met vertrouwde woorden en eenvoudige zinnen.
Taalniveau B1:
- Je begrijpt gesprekken en teksten over alledaagse en bekende onderwerpen. Je volgt hoofdzaken in nieuws, werk en vrije tijd.
- Je kunt gewone gesprekken voeren, ideeën uitleggen en begrijpelijk reageren.
- Je kunt duidelijke teksten lezen en herkent hoofd- en bijzaken.
Taalniveau B2:
- Je begrijpt hoofdzaken van complexe gesprekken en presentaties. Je volgt nieuws, lezingen en discussies over vertrouwde onderwerpen.
- Je spreekt vloeiend, geeft meningen en verdedigt standpunten.
- Je leest lange, complexe teksten en begrijpt argumentaties en standpunten.
Taalniveau C1:
- Je begrijpt lange, complexe teksten en herkent impliciete betekenissen en nuances.
- Je drukt je vloeiend en spontaan uit in gesprekken, discussies en presentaties.
- Je leest veeleisende, academische of literaire teksten en volgt complexe redeneringen.
Taalniveau C2:
- Je begrijpt vrijwel alles, inclusief complexe, abstracte of idiomatische taal.
- Je spreekt vloeiend, precies en genuanceerd in elke context.
- Je leest en vat complexe teksten samen, zoals juridische, academische of literaire werken.