Zorgen voor jezelf? Kijk met mildheid
Vorige week was mijn eerste werkweek na een heerlijke vakantie in Italië. Zon, zee, heuvels, verrukkelijk eten, zalige wijnen. En vooral: het samenzijn met mijn Erica. Fijn was het. De foto hierboven – genomen in het wijngebied van Piemonte – zegt het eigenlijk allemaal.
“En, je bent vast lekker uitgerust”, zei de eerste klant die ik maandags aan de lijn kreeg.
Maar ik moest bekennen dat dat helemaal niet zo was. Ik was bekaf. Sliep 10 uur per nacht en werd dan doodmoe wakker. Dinsdags kwam daar nog een verhoging bij. Alles was me te veel. Ik vond mijn werk ineens helemaal niet leuk meer. Dat kende ik niet, dus ik begon me te ergeren aan mezelf. Dat bleef dagenlang zo doorgaan. Een testje wees uit dat ik toch echt geen corona had opgelopen (ik kan maar niet wennen aan die wattenstaaf zo diep in je neus!).
Hoe langer deze patstelling duurde, hoe meer ik begon te twijfelen. Dacht: ‘Dit is dan zeker het moment. Het moment dat ik, na dertig jaar, klaar ben met schrijven.’ Want dat hoor je wel eens. Dat mensen een gegeven moment genoeg hebben van hun vak. Dan beginnen ze een bed & breakfast, of zoiets. Ik kon me dat nooit voorstellen, want ik heb het allerleukste vak. Waarom zou ik iets anders willen?
Het roer om?
Twijfel begon om te slaan in ongerustheid. Want áls ik dan echt het roer moest omgooien, wát dan? Ik kwam daar niet uit. Want behalve het schrijven, heb ik maar weinig talenten goed tot ontwikkeling gebracht. Daar begon ik ter plekke spijt van te krijgen. Ik had me wel eens op wat meer vlakken mogen ontplooien, vond ik. Was ik maar een handige klusser, dan kon ik van alles zelf bouwen. En had ik die fotografie maar doorgezet. Dat soort gedachten. Zucht.
Afijn. Ondertussen moest er wel worden gewerkt. Mijn werktempo lag erg laag, kan ik je melden. Een klusje waar ik normaal gesproken 2 uur over doe, kostte me ineens 4 of 5 uur. Op zich geen probleem, want het ging niet ten koste van de kwaliteit. En mijn agenda vertoonde veel lege gaten. Maar ja, ook dat was ik niet gewend. Mijn agenda zit altijd vol. Ik heb het altijd lekker druk. Ook geen telefoontjes. De hele week niet. Toen begon ik toch wat door te draven: ‘Klanten moeten me niet meer. Ze vinden me te oud.’ Of (hallo Imposter-syndroom): ‘Mijn klanten hebben eindelijk door dat ik er niets van kan’. Ja echt.
Weer op stoom
Gek werd ik ervan. Geen leuke week. Ik hunkerde naar het weekend. In de nacht van vrijdag op zaterdag sliep ik 10 uur achtereen. Zaterdagnacht hetzelfde. Maandag ging het toch ietsje beter. Klanten begonnen te bellen en te mailen. Mijn agenda stroomde vol. De twijfel sijpelde weg. Ik raakte weer op stoom, hervond mijn energie en werkplezier.
Inmiddels ben ik weer helemaal de oude. Ik houd weer van mijn werk. Ben weer nieuwsgierig. Wil weer weten, begrijpen en doorgronden. Ik heb mijn leergierigheid terug. Zoals ik gewend ben.
Het móet altijd 100%
Mijn gedachten nemen soms een loopje met me. Ben een kei in doordenken. Normaal gesproken een handige eigenschap, want zo ben ik alles voor. Maar killing als het gaat om niet-helpende en niet-reële gedachten. En: ik ben nogal hard voor mezelf als het aankomt op werk. Het móet altijd 100%. Een mindere dag gaat er bij mij niet in. Gaat het achter het toetsenbord niet zoals ik wil, dan forceer ik de boel zodat er toch een goede tekst uitrolt. Ik noem dat altijd: ‘mijn calvinistische werkhouding’. Iets uit mijn jeugd? Bewijsdrang? Angst om te falen? Of gewoon heel veel zin om goed werk afleveren? Dat laatste sowieso.
Ben ik te hard voor mezelf?
Mijn calvinistische werkhouding wérkt voor me. Maar is dat wel zo? Werkt het ook écht? Ben ik niet té hard voor mezelf? Ik denk het wel. Dat is fijn voor mijn klanten, maar minder voor mezelf. Want ik ben toch geen robot? En het leven pakt niet altijd uit zoals je wilt en verwacht. Je hebt het lang niet altijd in de hand. Vaker niet dan wel, eerlijk gezegd. Ik neem me nu dus voor het boek ‘Een leefregel voor beginners’ weer eens te lezen. Want we kunnen nogal wat leren van de manier waarop de Benedictijnse monniken omgaan met de uitdagingen van het dagelijkse leven. Met mildheid en vertrouwen.
Kijken met mildheid en vertrouwen
Je moet (eh … mág) goed zorgen voor jezelf. Weet ik best. Dat begint er misschien wel mee dat je met mildheid kijkt naar jezelf, je eigen grenzen en je onvermogen van het moment. Laat het allemaal wat meer gebeuren, in het vertrouwen dat het wel goedkomt. Het is precies zoals de illustere Berrie Stevens (de Soundmixshow, lang geleden) altijd zei: ‘Vooral doorgaan’. Maar wel: met mildheid en vertrouwen. En als het vandaag niet lukt, dan is morgen een nieuwe dag.
Nu nog wat beter in praktijk brengen.